Emilie Luzac
Marguérite Emilie Luzac (Leiden, 30 November 1748 — Watten, near Dunkirk, 28 November 1788) was a Dutch woman remembered for her letter writing.[1]
She was the second daughter of Jean (Jan) Luzac, book seller and publisher, and Anna Hillegonda Valckenaer (relation of Johan Valckenaer). On 5 November 1775 she married Wybo Fijnje, and the couple had three children: Jantje (Jean Etienne Fine), who died on 30 March 1866; Miete-Coosje Fine; and Gontje (who died almost immediately after his birth). They lived in Delft, but also owned the country estate of Vlietenburgh in Voorburg. Since Wybo Fijnje was a member of the Patriots and the publisher of "Hollandsche Historische Courant" in Delft, after the Orange Revolution of 1787 the couple had to flee, leaving firstly for Antwerp, then Brussels, and finally Watten in Frans-Vlaanderen, where Emilie died in 1788. Her letters (and a few by Wybo Fijnje) are published, with an ample introduction, by Baartmans under the title "Myne beslommerde Boedel".(2003).
References
- ↑ Doopsgezinde Bijdragen nieuwe reeks 31 (2005) - Page 303 J.J. Bosma - Preview "Hoe anders, maar evenzeer bepaald door de patriottentijd, verliep het leven van Emilie Luzac (1748-1788). Zij volgde haar man, Wybo Fijnje, naar België in 1787 en deelde er zijn ballingschap. In: Emilie Fijnje-Luzac, Myne beslommerde .."
- Emilie Fijnje-Luzac, Myne beslommerde Boedel. Brieven in ballingschap 1787-1788, editie Jacques J.M. Baartmans, 2003.
- C. Kroes-Ligtenberg, Dr. Wybo Fijnje (1750 - 1809); belevenissen van een journalist in de patriottentijd, 1957.